JHH BellwinkelMijn overgrootvader Johann Bellwinkel is een hooggeplaatste ambtenaar geweest, hij heeft namelijk gewerkt bij het Oostenrijks-Hongaars consulaat en heeft hiervoor zelfs diverse onderscheidingen ontvangen.

Maar laat ik bij het begin beginnen. Johann is geboren op woensdag 22 november 1854 in Hamm, Duitsland.
Dit is overigens het jaar waarin in Nederland de Eerste armenwet van 28 juni 1854 werd opgesteld na de grondwetsherziening van 1848, die ertoe dwong de armenzorg wettelijk te regelen. Op basis van de armenwet kregen hulpbehoevenden die niet tot een kerkelijke gezindte behoorden in geval van 'volstrekte onvermijdelijkheid' recht op bedeling door een overheidsorgaan (in de praktijk de gemeente). De armenwet was de opvolger van het Armenwetje van 1818.

Op 9 december 1854 is Johann in Hamm gedoopt en heeft hij de doopnamen "Johann Hermann Heinrich" gekregen.
Op 25 jarige leeftijd (in 1879) is hij verhuisd naar Amsterdam waar hij een jaar later in dienst kwam bij het Oostenrijks-Hongaars consulaat.
Op 1 mei 1884 is Johann in Amsterdam getrouwd met Maria Petronella Havekost. Maria is geboren op 17 februari 1862 in Amsterdam. Johann en Maria hebben in de periode tussen 1885 en 1894 8 kinderen gekregen, allemaal geboren in Amsterdam.
In 1905 heeft hij het “gouden kruis van verdienste met kroon” ontvangen van de Keizer van Oostenrijk-Hongarije. Dit als waardering voor zijn “25-jarige trouwe ambtsvervulling”.
Hij liet zicht tot Oostenrijker naturaliseren en werd in 1925 tot viceconsul van Oostenrijk benoemd.
Johann heeft gewoond aan de Wouwermanstraat 6 bovenhuis tot 5 oktober 1926, hij is toen verhuisd naar de Bilderdijkkade 1, 2-hoog. Op 1 juni 1937 is hij weer verhuisd naar de Roelof Hartstraat 12, 1-hoog, waar hij op 26 mei 1938 al weer is vertrokken om zich te vestigen in de Emmalaan 16. Op dit adres in Amsterdam is hij ook overleden, namelijk op 7 januari 1936. Vanwege zijn functie waren veel hoogwaardigheidsbekleders aanwezig bij zijn crematie. Zijn crematie heeft plaatsgevonden op 11 januari in het crematorium te Westerveld.

Het artikel dat verscheen in ‘Het Vaderland’ van 12 januari 1936 over zijn overlijden:
“Onder zeer veel belangstelling is Zaterdagmiddag in het crematorium te Westerveld de verassching geschied van het stoffelijk overschot van den heer J.H.H. Bellwinkel, vice-consul van Oostenrijk te Amsterdam. Aanwezig waren o.a. de zaakgelastigde van Oostenrijk bij het Nederlandsche hof, graaf Orsini und Rosenberg, de consul-generaal van Oostenrijk te Amsterdam mr J.P. van Tienhoven, de vice-consul te Rotterdam L. Grimm von Szepes-Etelvàr, de Oostenrijksche regeeringsraad Bodo Kühn, de kanselier van het gezantschap majoor Lauritsch.
De Oostenrijksche zaakgelastigde, graaf Orsini und Rosenberg, zeide namens de Oostenrijksche Bondsregeering afscheid te nemen van den trouwen kameraad, die 54 jaar lang op zijn post gebleven is. Hij was een edele menschenvriend.
De consul-generaal mr J.F. van Tienhoven sprak eveneens een woord van afscheid tot den man die zulk een voortreffelijk staatsdienaar was. Spr. beschouwde dit als een eer. De overledene was heel zijn leven een voorbeeld van onkreukbaarheid, eerlijkheid en plichtsbetrachting. Spr. vermeldde het bijzondere feit, dat de overledene zijn gouden jubileum als vice-consul heeft kunnen vieren.
De heer Oscar Bellwinkel uit Keulen heeft namens de familie gesproken.
Nadat de kist onder orgelspel was gedaald, heeft de schoonzoon voor de belangstelling bedankt.”

In de krant is later ook een “In memoriam” verschenen:
“Met vise-consul Bellwinkel is een bekende en in vele kringen geachte figuur heengegaan. Een ieder, die met dezen rechtschapen en betrouwbaren ambtenaar in aanraking is gekomen, zal getroffen zijn door zijn welwillendheid en vriendelijkheid. Hij was een man die niet alleen zijn landgenooten, maar ook allen met wie hij zakelijk op privé in relatie stond steeds gaarne ter wille was.
Heinrich Bellwinkel was op 21 November 1854 te Hamm in Westfalen geboren en kwam in 1880, als honorair ambtenaar aan het Oostenrijksch-Hongaarsche consulaat verbonden, naar Amsterdam. Hij bleef aan dit consulaat in verschillende rangen werkzaam, tot hij in 1924, bij de reorganisatie van het consulaat, tot Oostenrijksch consulaat tot honorair vice-consul werd benoemd.
Zijn verdiensten voor zijn vaderland werden reeds voor den oorlog beloond met het Gouden Kruis van Verdienste met Kroon, tijdens den oorlog verwierf hij het Oorlogskruis voor Civiele Verdiensten en ter gelegenheid van zijn vijftigjarig jubileum werd hij begiftigd met de Oostenrijksche Verdienstorden 1e klasse. Na 54 jaar bij het Oostenrijksche consulaat werkzaam te zijn geweest werd de heer Bellwinkel gegrepen door een ernstige ziekte, waarvan hij slechts met moeite herstelde en in Februari 1935 zag hij zich gedwongen zijn werkzaamheden bij het consulaat te staken.
Het was hem helaas niet beschoren lang van de welverdiende rust, die hem nu te wachten stond, te genieten.
Allen echter, die met hem in aanraking zijn geweest, zullen aan hem in hun hart een dankbare herinnering bewaren.”

Maria, de vrouw van Johann, is overleden op 24 september 1938 in Amsterdam.